Defenities
Rebus Sic Stantibus:
Clausula rebus sic stantibus is a clause in international conventions (international agreements or treaties) that provides for the unenforceability of a treaty due to fundamentally changed circumstances.
Suis juris
Latin phrase; adjective. Describes someone who can enter into a contract without any restriction. (This term is Latin.)
Jan zonder Land
Jan zonder Land, ook wel Jan van Engeland of Jan Zachtzwaard. Engelse koning uit het Huis Plantagenet. Regeerde over Engeland van 1199 tot 1216. Onder meer bekend door zijn ondertekening van de Magna Carta.
Mandaat
MANDATE: Under Roman and Civil Law, a written command given by a principal to an agent, specifically a commission or a contract by which one PERSON requests someone to perform some service gratuitously the commission becoming effective when when the mandatary agrees.
Hue -Man / Human
Therefore, when anyone calls himself or herself a ‘human being’, or a ‘humanitarian,’ they are saying (according to every definition of these words, and according to the law), “I’m an animal; I’m a monster; I’m not saved; I’m unrepentant; I’m an unregenerate sinner; I’m not converted; I’m wicked, sinful, and dissolute; I’m cruel, depraved, unenlightened; and I reject Christ’s divinity and the importance of a belief in God.”
Magna Carta 1215
KNOW THAT BEFORE GOD, for the health of our soul and those of our ancestors and heirs, to the honour of God, the exaltation of the holy Church, and the better ordering of our kingdom….
TO ALL FREE MEN OF OUR KINGDOM we have also granted, for us and our heirs for ever, all the liberties written out below, to have and to keep for them and their heirs, of us and our heirs:
Acta probant se ipsa
rechtswetenschap – Latijn: geschriften, authentieke akte bewijzen zichzelf, dragen hun bewijs met zich, worden aangenomen te zijn hetgeen zij weergeven totdat het tegendeel (bijv. op grond van schriftvervalsing) zal zijn vastgesteld.
Canon law
Canon law refers to the body of ecclesiastical law that developed within Christianity, particularly Roman Catholicism, governing the internal hierarchy and administration of the church.
Chicago manual of style
The Chicago Manual of Style is a style guide for American English published since 1906 by the University of Chicago Press. Its 17 editions have prescribed writing and citation styles widely used in publishing.
Law = Contract
“The contract makes the law.” See, Generally, Bouvier’s Law Dictionary, pp. 770-790(1928). The basic principle is that all man’s law is contractual in nature, regardless of the particular classification of the law, and can acquire force only by consent: consensus facit legem.
Gevolg is dat “alle wetten en regels” die naar groepen verwijzen, u van uw individuele rechten vervreemden. Welke in beginsel onvervreemdbaar zijn. Dus alle wetten hebben onze consent nodig om gehandhaafd te worden.
UCC – UVRM – EVRM – GRONDWET – BESTUURSWET – MINISTERIËLE REGELS – etcetera.
Contract inhoudelijk, lees verder…>>>
PERSON
PERSON ( Legal Sense ) – artificial entities – separate and distinct from a natural man, i.e., men who have taken on the personality as corporate entities and now have no personality as a physical being as defined by law of the corporation. Refer to the term “ individual ” as used in 26 USC 7701 ( a )( 1 ) to define person and that person is liable according to their law because he is an artificial entity. Natural persons are exempt from income taxation……bron…>>

verschillende definities en aanvullingen van Persoon vertaald uit het Summarische
In de oude talen werd er vaak een specifiek bijvoeglijk naamwoord gebruikt om de eigenschappen of kenmerken van de persoon waarover gesproken werd te benadrukken. Dit gaf een gedetailleerder beeld van de persoon in kwestie. Het gebruik van een dergelijk bijvoeglijk naamwoord was belangrijk omdat het de nadruk legde op de unieke eigenschappen die de persoon onderscheidden van anderen.
Bijvoorbeeld, in oude culturen kon het woord “persoon” niet op zichzelf staan, maar moest het altijd worden gecombineerd met een specifiek bijvoeglijk naamwoord. Dit bijvoeglijk naamwoord kon verwijzen naar fysieke kenmerken, karaktereigenschappen, sociale status of andere relevante aspecten van de persoon.
Deze benadering weerspiegelde het idee dat een persoon niet alleen als een individu werd gezien, maar eerder als een samensmelting van unieke eigenschappen die zijn of haar identiteit vormden. Het erkennen van deze eigenschappen was van cruciaal belang om een nauwkeurig beeld te krijgen van de persoon waarover werd gesproken.
Het concept van een algemene “persoon” zonder verdere specificatie, zoals we dat tegenwoordig gebruiken, is inderdaad een product van moderne tijden. In oudere talen werd meer nadruk gelegd op de individualiteit en unieke eigenschappen van een persoon, wat resulteerde in een meer gedetailleerde en specifieke manier van verwijzen naar mensen.
In de oude talen werd veelvuldig het woord “lú” gebruikt, wat in onze taal zou kunnen verwijzen naar “lui” of een groep mensen. Dit woord werd vaak gebruikt om te verwijzen naar oudere of volwassenen, waarbij het de nadruk legde op hun ervaring, wijsheid en status binnen de gemeenschap. Het gebruik van “lú” impliceerde een zekere eerbied en respect voor deze individuen, en het benadrukte de collectieve kennis en wijsheid die zij bezaten. Het toevoegen van deze term gaf een extra laag van betekenis aan de beschrijving van de persoon, waardoor de context en de relatie met de gemeenschap werd verduidelijkt.
